Als ik doodga, zal ik dan een vriendelijk gezicht naast me hebben? Die gedachte schoot strafrecht juriste Irene van Zevenbergen door haar hoofd toen ze haar moeder opzocht in een ziekenhuis. Die was daar na een aanrijding terecht gekomen met een gebroken heup.


Voormalig juriste Irene van Zevenbergen

Het vriendelijke gezicht van de vrijwilliger thuis

Haar moeder had al wat 'afgedokterd', want drie jaar eerder brak ze ook een heup. Nu Irene weer aan haar bed zat, werd ze zich ervan bewust dat niet iedereen dat als vanzelfsprekend ervaarde. 'Je zult toch maar geen kinderen hebben', hoorde ze mensen om haar moeder heen zeggen. Dat liet haar vanaf dat moment niet meer los. Irene en haar man hébben namelijk geen kinderen.

Niemand hoeft in eenzaamheid te sterven

Ze besloot haar eigen angst om eenzaam dood te gaan, om te zetten in een daad voor een ander.  Irene werd het vriendelijke gezicht voor een ander. In oktober 2013 volgde ze haar training van de VPTZ-academie en in november werd ze voor het eerst ingezet.

Thuis: blij dat je er bent

"Het werk in de thuiszorg is heel bijzonder. Je stapt in iemands omgeving en past je daarop aan. Mantelzorgers vinden het vaak fijn om hun verhaal kwijt te kunnen aan een neutraal iemand, iemand die daar alleen maar zit om er te zijn. Laatst was ik bij een mevrouw die werd verzorgd door haar twee getrouwde en werkende dochters. Die renden zich rot om twee huishoudens draaiende te houden. Ze zijn dan heel blij dat je er bent.

Wie is wie, wie doet wat en waar kun je ze bereiken?

Ik merk dat mensen niet weten wat de mogelijkheden zijn voor vrijwillige ondersteuning thuis. Ze staren zich blind op de huisarts, maar die heeft vaak niet de concrete adviezen waar mensen behoefte aan hebben. Wie wie is, wie wat doet en waar je ze kunt bereiken.
Mensen weten zelf niet waar ze moeten zoeken en waarnaar en willen een ander liever niet belasten. Wij moeten dus nog meer laten weten dat we er zijn en mensen moeten zelf om steun leren vragen."

 

 

 

Irene van Zevenbergen Vrijwilliger


"Je wordt goed ondersteund als thuiszorgvrijwilliger. Er is vijf maal per jaar intervisie als verplicht onderdeel van de introductietraining. Dan kom je met collega’s en een externe begeleider bij elkaar om ervaringen uit te wisselen en vragen te stellen."