2013 was een ijkpunt voor de Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg, VPTZ, Midden-Holland. Precies twintig jaar eerder meldde de toen Christelijke Terminale Thuiszorg zich aan bij de landelijke VPTZ. Tientallen vrijwilligers konden er sinds die tijd voor veel mensen zijn. Op de hen kenmerkende bescheiden manier. Coördinatoren Marry van der Wolf en Simone van Uunen kijken terug.
1993 – 2013
20 jaar Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg Midden-Holland
Van der Wolf, tien jaar vrijwillig coördinator, ondersteunde de eerste vrijwilligers. Zij deed dat in opdracht van de zes Goudse kerken die als eersten de vraag oppikten om thuis te kunnen sterven. Van der Wolf, met werkervaring in de thuiszorg, werd gekoppeld aan een collega met een sociaal verpleegkundige achtergrond. Een gouden combinatie. Ze kenden de thuissituatie en de behoeften van cliënten en mantelzorgers. Ze wisten waar een vrijwilliger aan moest voldoen.
Zorgen met de handen op de rug
Opvallend genoeg selecteerden ze liever geen mensen uit de professionele zorg. Die zijn geneigd om teveel te doen terwijl een vrijwilliger juist de handen op de rug moet houden. Ze zochten mensen met empathisch vermogen, die niet recent zelf een geliefde hadden verloren, met een stabiel thuisfront.
Dat de Goudse thuiszorg zich aansloot bij de VPTZ is veelzeggend; ze pakten het professioneel aan. De eerste vrijwilligers volgden gelijk de basiscursus en de organisatie kon leunen op de expertise van het landelijke orgaan.
Samen met Hospice: één loket voor Midden-Holland
Simone van Uunen werd tien jaar later, toen er meer overheidssteun kwam, de eerste betaalde coördinator. En er ontstonden meer Hospices; ook één in Gouda. De thuiszorg adviseerde het Hospice bij het scholen en begeleiden van vrijwilligers en zo ontstond er een samenwerking die in 2006 met een fusie werd bekrachtigd. Er kwam één loket voor vrijwillige terminale zorg, dat mensen begeleidt in de keuze voor thuis of in het Hospice.
Thuis sterven, een onvervulde wens of toch niet?
Het motto van VPTZ was 'Thuis sterven, een onvervulde wens of toch niet?' Die wens is vaak vervuld en VPTZ heeft een geaccepteerde plaats in de zorg gekregen.
De organisatie maakt zich nu op voor wat komen gaat, want in de plannen van Rutte ll wordt de vrijwillige zorg een belangrijke taak toebedeeld: "Het mogelijk maken dat mensen zo lang als mogelijk thuis of 'bijna-thuis' kunnen blijven en daar worden ondersteund."
Wat goed werkt niet verstoren!
De VPTZ accepteert die taak, maar maakt zich er hard voor om wat goed werkt te behouden. Er zijn drie zorgpunten: goed functionerende regionale samenwerking mag niet verstoord worden; fragmentatie van middelen mag de continuïteit niet verstoren en de snelheid van vrijwillige inzet niet bedreigen.
VPTZ: meer op de voorgrond treden
De helft van de mensen die thuis willen sterven, sterft toch elders. Terminale thuishulp en hospicezorg zijn nog onvoldoende bekend. VPTZ-organisaties moeten aan hun zichtbaarheid werken, terwijl hun werk achter gesloten deuren, in huiselijke kring plaatsvindt. Vrijwilligers zijn erin getraind juist niet op de voorgrond te treden. Dr. Anne van der Meiden, theoloog en emeritus-hoogleraar communicatiewetenschappen beschrijft ze in VTPZ-blad Antenne als "Kostbare aanwezigen, nooit op de voorgrond, maar dienend. ( …) Een Hospice is in beperkte zin openbaar. De helpers lopen er 'vrij' rond, je kunt ze aanspreken. De werker in de palliatieve zorg bij mensen thuis kennen we niet in die mate en die vorm. Het werkveld is kleiner, de kring van de betrokkenen is meestal gesloten."
Marry van der Wolf
Vrijwillig coördinator van de Christelijke Terminale Thuiszorg
"We moesten de organisatie optuigen en geaccepteerd worden door de eerstelijnszorg. Het liep gelijk. De wijkverpleging was dolblij dat we er waren. Er was destijds nog geen professionele nachtzorg, dus we waren er soms 24 uur per dag met tien vrijwilligers voor één cliënt."